“Onverklaarbare onvruchtbaarheid”: wat is het precies?
Koppels die al meer dan een jaar zonder succes proberen zwanger te worden, krijgen vaak de diagnose van onvruchtbaarheid of subfertiliteit. Wanneer men in dit stadium terechtkomt, ondergaat men meestal een reeks standaardonderzoeken om de oorzaak van de onvruchtbaarheid te achterhalen.
Soms komen alle testen negatief terug en is er dus geen duidelijke oorzaak. In dat geval spreken artsen over “onverklaarbare onvruchtbaarheid”.
Maar wat betekent “onverklaarbare onvruchtbaarheid” eigenlijk? Heb je in dit geval minder kans om zwanger te worden dan mensen waarbij wel een oorzaak gevonden is? Je leest het hier!
Vruchtbaarheidstest en de diagnose “onverklaarbare onvruchtbaarheid”
Onvruchtbaarheid treft wereldwijd tussen 8% en 12% van de koppels, waarvan 40 à 50% terug te brengen is tot mannelijke onvruchtbaarheid. Dat betekent dat de oorzaak even vaak mannelijk als vrouwelijk gerelateerde oorzaken heeft.
Om de oorzaak van onvruchtbaarheid beter te begrijpen en de beste behandeling te bepalen, voeren artsen een aantal tests uit. Een lichamelijk onderzoek moet voor de hand liggende oorzaken uitsluiten. Daarnaast polst de arts ook naar de seksuele voorgeschiedenis bij beide partners.
Vervolgens zal de arts proberen de oorzaak te bepalen door zich eerst te concentreren op de meest courante oorzaken van onvruchtbaarheid. In eerste instantie kiezen de meeste artsen ervoor te beginnen met de minst invasieve aanpak. Indien dit geen uitsluitsel oplevert, kan men nog overgaan naar andere tests.
Vruchtbaarheidstesten bij mannen
De eenvoudigste manier om onvruchtbaarheid bij mannen vast te stellen is via een spermaonderzoek. Sperma-analyse is een niet-invasieve procedure waarbij een man een spermastaal geeft om te testen. Vervolgens analyseert men de volgende factoren om eventuele afwijkingen te bepalen:
- Het aantal zaadcellen (concentratie)
- Het volume van het spermastaal
- De vitaliteit van de zaadcellen (hoeveel procent levende zaadcellen zitten er in het spermastaal)
- De vorm van de zaadcellen (morfologie)
- De bewegelijkheid van het sperma (motiliteit)
- Cellen in het ejaculaat (aanwezigheid van abnormale cellen)
Hormoononderzoek en spermaonderzoek worden meestal samen gedaan. De twee belangrijkste hormonen die gelinkt worden aan een gezonde spermaproductie zijn follikelstimulerend hormoon (FSH) en testosteron.
Worden er hierbij afwijkingen gevonden? Dan kunnen artsen aanvullende testen uitvoeren om uit te zoeken wat er precies aan de hand is. Indien mannen helemaal geen of heel weinig sperma produceren, kunnen genetische tests of meer invasieve chirurgische procedures meer uitsluitsel geven.
Vruchtbaarheidstesten bij vrouwen
Een eerste lichamelijk onderzoek kan artsen al in een specifieke richting sturen. Toch zijn er een aantal algemene tests die artsen gebruiken om de oorzaak van onvruchtbaarheid te begrijpen.
- Ovariële reservetesten: Deze testen worden gebruikt om iemands eicelreserve te bepalen. Een reserve onder 27.000 wordt beschouwd als kritiek. De eicelproductie vertraagt aanzienlijk bij een vrouw in de late dertigersjaren. De impact van leeftijdgerelateerde vruchtbaarheidsdaling is met andere woorden het sterkst na de leeftijd van 35 jaar.
- Baarmoederonderzoek: Echografieën, sonohysterogrammen, hysterosalpingogrammen (HSG) en hysteroscopieën kunnen worden gebruikt om te bepalen of myomen, poliepen, littekens of tumoren een zwangerschap verhinderen.
- Eileideronderzoek: Om zeker te zijn dat de eileiders op geen enkele manier geblokkeerd worden, kan de arts een HSG-onderzoek, röntgenonderzoek en bloedonderzoek uitvoeren.
- Hormoontests: Bloedtests helpen bij het bepalen van de niveaus van follikelstimulerende hormonen (FSH), oestrogeen en antimulleriaans hormoon (AMH).
Blijken de tests allemaal normaal, dan kan men overschakelen op invasievere chirurgische procedures zoals een laparoscopie. Daarbij worden de vrouwelijke voortplantingsorganen chirurgisch onderzocht, in de hoop de oorzaak van de onvruchtbaarheid te vinden.
Wat is “onverklaarbare onvruchtbaarheid”?
Blijken alle standaard vruchtbaarheidstesten geen duidelijke verklaring op te leveren, dan krijgt een vrouw of koppel de diagnose “onverklaarbare onvruchtbaarheid”. Soms ook “ideopatische onvruchtbaarheid” genoemd.
Wereldwijd treft “onverklaarbare onvruchtbaarheid” zo’n 30% van de koppels, waardoor het één van de grootste oorzaken van onvruchtbaarheid is.
Deze diagnose wordt door sommige vruchtbaarheidsartsen in twijfel getrokken. Zij stellen dat het feit dat de oorzaak niet gevonden wordt, niet betekent dat er geen oorzaak is. Weten dat er een probleem is, maar niet weten hoe het komt, kan extreem frustrerend zijn. Weten waarom helpt veel koppels om het probleem een plaats te geven.
Het is echter belangrijk om te onthouden dat de diagnose van “onverklaarbare onvruchtbaarheid” niet betekent dat je nooit zwanger kan worden. Soms corrigeert het probleem zich vanzelf na verloop van tijd. Het is zelfs zo dat het percentage spontane bevruchtingen in deze gevallen veel hoger ligt dan bij onvruchtbaarheid waar wel een duidelijke oorzaak te vinden was. Tot wel 80% bij jongere koppels.
Wat veroorzaakt “onverklaarbare onvruchtbaarheid”?
Een bijkomend probleem met “onverklaarbare onvruchtbaarheid” is het feit dat vruchtbaarheidstesten geen rekening houden met oorzaken die gerelateerd zijn met leeftijd. Daardoor is de kans groter dat vrouwen ouder dan 35 gediagnosticeerd worden met onverklaarbare onvruchtbaarheid.
Vrouwen boven een bepaalde leeftijd hebben mogelijk een andere behandeling nodig dan andere lotgenoten. Het onderscheid dient gemaakt te worden tussen jonge vrouwen met “onverklaarbare onvruchtbaarheid” en degenen met leeftijdgerelateerde “onverklaarbare onvruchtbaarheid”.
Met andere woorden, vrouwen ouder dan 35 hebben meer kans om moeilijk zwanger te worden dan jongere vrouwen. Omdat er momenteel nog geen specifieke test bestaat om de eicelkwaliteit te meten, worden ze onder de noemer “onverklaarbare onvruchtbaarheid” geschoven.
Andere zaken die een diagnose “onverklaarbare onvruchtbaarheid” zouden kunnen rechtvaardigen:
- Slechte eicelkwaliteit
- Slechte spermakwaliteit
- Ovulatieproblemen
- Onvoldoende seks op het juiste moment
- Problemen met voortplantingsorganen die niet werden gedetecteerd in onvruchtbaarheidstests
Mogelijke behandelingen voor “onverklaarbare onvruchtbaarheid”
Omdat er per definitie geen duidelijk probleem is bij “onverklaarbare onvruchtbaarheid”, zullen de behandelopties proberen rekening te houden met de meest voorkomende oorzaken. Volgende behandelopties komen het vaakst voor:
- Geplande seks: Dit is vaak de eerste behandeloptie. Het houdt in dat er extra geslachtsgemeenschap wordt ingepland tijdens de ovulatietijd van de vrouw. Bij vrouwen onder de 35 jaar verhoogt getimede gemeenschap de kans op conceptie met 14% tot 23%.
- Intra-uteriene inseminatie (IUI): Bij deze methode komt er meestal ovulatiebevorderende medicatie aan te pas. Om de kans op bevruchting te vergroten, wordt het sperma direct geïnsemineerd in de baarmoeder op het moment dat de eicel vrijkomt. Succespercentages variëren tussen 7% en 25% per cyclus, afhankelijk of de behandeling werd gecombineerd met vruchtbaarheidsmedicatie.
- Clomifeen: Clomifeen is het vruchtbaarheidsmedicijn bij uitstek, vaak gecombineerd met IUI. Het stimuleert de eierstokken. Clomifeen voorkomt dat oestrogeen zich aan cellen bindt, wat veranderingen in de hypofyse veroorzaakt, waardoor een eicel vrijkomt. Het geneesmiddel heeft een klinisch zwangerschapspercentage van 28,3%.
- Injecteerbare gonadotropinen: Dit geneesmiddel bevat hormonen en stimuleert de eicelproductie bij vrouwen. Daarnaast kan het ook een laag aantal zaadcellen bij mannen behandelen. Net als clomifeen wordt het vaak gecombineerd met IUI om maximale resultaten te verkrijgen. Klinische zwangerschappen ontstonden bij 35% van de patiënten die het geneesmiddel gebruikten.
- Veranderingen in levensstijl: Naast de andere behandelopties raadt men ook aan om een gezonde levensstijl te implementeren. Concreet komt het erop neer dat tabak en alcohol te allen tijde te vermijden zijn en sporten en gezond eten wordt aangemoedigd. Onnodige stress ban je ook beter uit je leven.
- In-vitrofertilisatie (IVF): Als de eerder genoemde behandelingen onsuccesvol blijken, wordt vaak IVF aanbevolen. Uit onderzoek bleek dat 69,6% van de vrouwen met een diagnose van “onverklaarbare onvruchtbaarheid” zwanger werden via IVF. IVF levert goede resultaten op, maar deze optie is ook het duurst.
Omdat “onverklaarbare onvruchtbaarheid” zo’n dubbelzinnige diagnose is, maken mensen die ze krijgen zich vaak zorgen over de kansen om zwanger te worden. Dit is echter een veelvoorkomend misverstand.
Afhankelijk van de oorzaak hebben sommige mensen met de diagnose juist een grotere kans om een kind te krijgen.
Wie de diagnose krijgt, probeert beter de oorzaak zo goed mogelijk te achterhalen om zo het beste behandeltraject te bepalen. Dit vergroot de kans om zwanger te worden.
2023-376/BENL, date of creation 01/2024