PROBEER ONZE
Vruchtbaarheids
check

Podcast ‘De Onzichtbare Strijd’: Hoelang ben je nog vruchtbaar? Prof. Stoop over eicelvoorraad.

Hoeveel eicellen heb je nog? Wat zegt dat over je vruchtbaarheid?

Wat je moet weten over je ovariële reserve en waarom het ertoe doet?

De meeste vrouwen weten verrassend weinig over hun eicelvoorraad. En toch speelt die ovariële reserve een belangrijke rol in je vruchtbaarheid, vooral als je je kinderwens uitstelt. Maar wat is die reserve precies? En kun je ze testen of beïnvloeden?

We vroegen het aan Professor Dominic Stoop, afdelingshoofd van de fertiliteitskliniek van het UZ Gent, die ons meeneemt in de feiten én de nuances.

 

 

Wat is de ovariële reserve?

Elke vrouw wordt geboren met al haar eicellen: zo’n 1 tot 2 miljoen. Dat aantal daalt vanzelf, en vanaf 35 jaar versnelt dat proces. De ovariële reserve zegt dus iets over hoeveel eicellen je nog hebt, niet over hoe vruchtbaar je nu bent.

“Zolang je een regelmatige cyclus hebt, heb je meestal een eisprong,” legt Prof. Stoop uit. “Maar een lage eicelvoorraad betekent wel dat je minder tijd hebt om spontaan zwanger te worden.”

In IVF-trajecten speelt de hoeveelheid wél een rol. Hoe meer eicellen, hoe meer embryo’s er kunnen ontstaan, en hoe groter de kans op een succesvolle zwangerschap.

Hoe wordt de reserve gemeten?

De ovariële reserve wordt beoordeeld via:

  • AMH-bloedtest (Anti-Müllers Hormoon): hoe hoger, hoe meer eicellen.
  • AFC (antrale follikeltelling): via een inwendige echo wordt geteld hoeveel follikels er aanwezig zijn.

Deze testen meten enkel de kwantiteit, niet de kwaliteit van de eicellen. Die hangt vooral af van je leeftijd.

Kun je je reserve verbeteren?

Helaas: nee. Je kunt de natuurlijke achteruitgang niet stoppen of omkeren met voeding of supplementen.

“Wat je wél kunt doen, is vermijden dat je eicelvoorraad onnodig sneller slinkt,” zegt Prof. Stoop. “Roken heeft bijvoorbeeld een negatieve invloed.”

Ook langdurig gebruik van hormonale anticonceptie kan tijdelijk de meting beïnvloeden. Soms is het nuttig om een meting te herhalen na een hormonenpauze.

Wanneer is het zinvol om je reserve te laten testen?

De meeste vrouwen kennen hun eicelvoorraad niet, en hoeven dat ook niet te doen. Maar heb je vragen over je vruchtbaarheid, wil je je kinderwens uitstellen of twijfel je of ‘alles nog werkt’? Dan is een test tussen 30 en 35 jaar een goed idee.

“Het is geen pleidooi voor massaal te testen,” zegt Prof. Stoop. “Maar wel een uitnodiging tot bewustwording, zeker als je nog niet meteen aan kinderen wil beginnen.”

Wat als je reserve laag is?

Dat hoeft niet meteen slecht nieuws te zijn. Maar het betekent wel dat je sneller moet handelen, of meer behandelingen nodig zal hebben binnen een IVF-traject.

“Met vijf goede eicellen maak je meer kans dan met twintig slechte,” zegt Prof. Stoop. “Het draait om kwaliteit én kwantiteit.”

Bij een sterk verlaagde reserve wordt soms gekozen voor natuurlijke cyclus IVF of, als laatste optie, eiceldonatie.

Eicellen invriezen: zinvol of overdreven?

Steeds meer vrouwen kiezen ervoor om preventief eicellen in te vriezen, vaak al rond 32 à 33 jaar.

“Dat geeft geen garantie, maar wél meer kansen,” legt Prof. Stoop uit. “En het geeft rust. Zeker voor vrouwen die hun kinderwens willen uitstellen om relationele of andere redenen.”

Speelt genetica een rol?

Ja. De leeftijd waarop je moeder in de menopauze kwam, kan een aanwijzing zijn. Ook genetische aandoeningen kunnen de eicelvoorraad sneller doen slinken. Maar vaak gaat het om natuurlijke variatie.

En de toekomst?

Er wordt onderzoek gedaan naar technieken om meerdere eicellen te maken uit één, maar dat is voorlopig nog theorie. En zolang de kwaliteit niet gegarandeerd is, blijft het toekomstmuziek.

“Veel vrouwen horen pas over hun lage reserve als zwanger worden moeilijk blijkt,” zegt Prof. Stoop. “Maar een vrouw die weet waar ze staat, kan geruster keuzes maken.”

Daarom pleit hij voor correcte informatie, nuance en goede begeleiding. Want een lage ovariële reserve heeft niet alleen lichamelijke gevolgen, maar beïnvloedt ook je mentale en emotionele welzijn.

Heb je vragen over je eigen vruchtbaarheid? Bespreek ze met je huisarts of een fertiliteitsspecialist. Het gaat niet om controle, maar om inzicht. En dat maakt écht het verschil.

 

Disclaimer

De in dit artikel vermelde cijfers zijn afkomstig uit uitspraken van de sprekers in onze podcasts. Ze weerspiegelen hun professionele ervaring en vervangen geen officiële wetenschappelijke gegevens.

2025-185/BENL, date of creation 08/2025

 

Podcast De Onzichtbare Strijd